Asfalt

Asfalt is een mengsel van zand, grind (of steenslag) en een zeer fijne vulstof dat met bitumen aan elkaar wordt gekleefd. Bitumen is een product uit de aardolieindustrie moet niet worden verward met teer. Asfalt centrales kunnen door de verhouding tussen de verschillende componenten, door de korrelvorm en de gradering van de minerale aggregaten te variƫren heel veel eigenschappen aan het asfalt meegeven. Afhankelijk van de toepassing kan bijvoorbeeld gekozen worden voor een vloeistofdicht asfaltmengsel of voor een waterdoorlatend en geluidsreducerend zeer open asfaltbeton (ZOAB); voor flexibele mengsels of voor mengsels die bestand zijn tegen hoge geconcentreerde belastingen.

Asfaltproductie is in principe eenvoudig. De minerale componenten worden gedroogd bij een temperatuur die ligt tussen de 180 en 200 graden Celsius en vermengd met bitumen, vulstoffen en eventueel pigmenten. Tijdens het productieproces kan ook het gerecyclede asfalt of 'oud' asfalt zonder al te veel bewerkingen worden toegevoegd. Het oude asfalt wordt eerst gebroken en daarna via een zogenaamde 'parallel-trommel' gemengd met het nieuwe materiaal in het productieproces. Er kan maximaal 50% gerecycled materiaal worden toegevoegd.

'Oud' asfalt
Voor recycling bestemd asfalt moet schoon zijn. Er mogen geen teerhoudende stoffen in zitten, zand, grond, klei of planten.

Niet teerhoudend 'oud' asfalt, ook wel Asfalt Granulaat of AG genoemd, kan na breken direct worden toegevoegd in het productieproces van nieuw asfalt. Indien het asfal wel teerhoudend is, zal het eerst thermisch moeten worden gereinigd. Bij de thermische reiniging verbranden de teerhoudende bestanddelen en komt vulstof vrij dat kan worden toegepast bij de productie van niet teerhoudend nieuw asfalt.

Asfalt