Plastic soep in Noordzee aangepakt

Via een speciaal Noordzee-programma wil een collectief van onder meer bedrijven, overheden en verenigingen (waaronder de VNCI) het probleem van plastic afval in de Noordzee (de zogeheten plastic soep) aanpakken. Dat blijkt uit het deze week verschenen rapport Plastics do not Belong in the Ocean van het Plastic Marine Litter Programme. Het programma wil plastic afval in zee de wereld uit helpen via sociale en technische innovaties, onderzoek en (inter)nationale beleidsvoorstellen.

In het rapport worden 6 aanbevelingen gegeven, waaronder meer aandacht voor recycling, promotie van gedragsverandering, en schoonmaakacties van de ergst getroffen gebieden. De aanbevelingen moeten in de volgende fase van het programma uitgewerkt worden. De Noordzee fungeert hierbij als proeftuin voor de aanpak. Als deze succesvol blijkt, dan kunnen ook oceanen aangepakt worden.

Plastics do not Belong in the Ocean analyseert op basis van de meest recente wetenschappelijke inzichten het probleem van plastic afval in zee. Daarnaast gaat het rapport in op de oorzaken, effecten en mogelijke oplossingen hiervan, zowel wereldwijd als specifiek voor de Noordzee. Drijvende kracht achter het onderzoek is IMSA Amsterdam, een adviesbureau voor duurzaamheid en innovatie. Bij de eerste fase van het programma waren afgevaardigden van de wetenschap, industrie, NGO’s en overheid betrokken.

Arthur ten Wolde, senior adviseur bij IMSA en coördinator van het Plastic Marine Litter Programme, hoopt dat fase 2 van het programma in januari 2012 van start gaat. "Dan willen we het Noordzee-programma in de praktijk brengen door de aanbevelingen ook echt uit te voeren. Om dat te kunnen doen is wel geld nodig, en daarom zijn we momenteel druk bezig met financieringsaanvragen. De eerste hiervan is inmiddels gehonoreerd."

Bron: www.vnci.nl