Nieuwe afvalstoffenbelasting vanaf 2015

Door middel van een brief van staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën is aan de Tweede medegedeeld dat vanaf 2015 de afvalstoffenbelasting niet alleen meer geheven op afval dat gestort wordt, maar ook op afvalverbranding. Dit zal voordelen opleveren voor de staatskas én voor het milieu.

Belasting heffen
Vorig jaar is in de Begrotingsafspraken afgesproken dat de afvalstoffenheffing opnieuw ingevoerd zou worden en dit zou 100 miljoen euro per jaar gaan opbrengen. Maar door de huidige vorm van de belasting wordt dit bedrag in 2015 echter niet gehaald. Daarnaast is staatssecretaris Wiebes van mening dat de belasting nu te weinig bijdraagt aan het behalen van de gestelde milieudoelen. Mede hierdoor is er eerder dit jaar besloten om de belasting voor 2015 te herzien.

Wiebes heeft een voorstel gedaan op basis van een studie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Hij wil dat er een belasting gaat gelden voor Nederlandse bedrijven en gemeenten over het afval dat zij aanbieden om te storten of te verbranden. Voor afvalstoffen die de inrichtingen weer verlaten wordt een belastingvermindering toegepast. "Op deze wijze worden de lasten van een afvalstoffenbelasting evenwichtig verdeeld over burgers en bedrijven en is er een brede grondslag, waardoor het tarief relatief laag kan blijven", aldus de staatssecretaris. Op deze manier wordt automatisch ook recycling bevoordeeld ten opzichte van verbranden of storten.

Het tarief zal worden vastgesteld op 13 euro per ton voor zowel verbranden als storten. Aangezien dit een relatief laag bedrag is, worden er geen verdere vrijstellingen gegeven. Deze belasting zal in het jaar 2018 opnieuw worden geëvalueerd.

Er is ook overwogen de belasting te heffen bij de inzamelaars van afval. Maar dit voorstel werd van de baan geschoven wegens uitvoeringstechnische bezwaren. Het aantal belastingplichtigen zou dan namelijk aanmerkelijk toenemen, waardoor ook veel controle-inspanningen bij zouden moeten komen. "Omwille van de doelmatigheid van het toezicht en de uitdagingen waar de Belastingdienst de komende jaren voor staat, wordt daarom de voorkeur gegeven aan het bestaande systeem, waarin de belasting geheven wordt bij een betrekkelijk gering aantal, bij voorbaat bekende inrichtingen." licht Wiebes toe.

Buitenlands afval
Over het afval dat afkomstig is van buitenlandse bedrijven zal geen belasting geheven worden. Dit zou het systeem namelijk veel gecompliceerder maken en daarnaast leiden tot handhavingsgegevens. De effecten op de export van afval worden wel in het oog gehouden. Mocht uit de monitoringsgegevens van het Landelijk Afval Plan (Lap) naar voren komen dat de export van afval naar het buitenland substantiële toeneemt, dan zullen vanaf 1 januari 2016 de tarieven voor het verbranden omlaag gaan en de tarieven voor het storten omhoog.

Drastische gevolgen
Afgelopen jaar is er ook al sprake geweest van een belasting op het verbranden van afval. Veel bedrijven in de afvalsector lieten toen al blijken dat zij sterk tegen deze invoer zijn. De werkelijke kosten van een verbrandingstaks zouden volgens veel bedrijven namelijk veel hoger liggen dan de lastenverzwaring alleen. Veel brandbaar afval zal namelijk Nederland uit gaan vanwege de open grenzen. Hierdoor zullen de recycling- en inzamelbedrijven gelijk de negatieve effecten ondervinden. Veel andere afvalstromen zullen dan waarschijnlijk mee over de grens verdwijnen.

De Vereniging Afvalbedrijven (VA) is dan ook verontwaardigt over het voorstel van staatssecretaris Wiebes. De VA spreekt van "kortzichtig beleid met desastreuze gevolgen voor Nederlandse economie". Nederlands restafval zal over de grens verdwijnen en de kosten voor recycling en verwerking zullen stijgen, zo vreest de VA. "Op termijn kan het om 2,2 miljoen ton restafval van huishoudens en bedrijven gaan. Dat staat gelijk aan dertig procent van de Nederlandse verbrandingscapaciteit en vertegenwoordigt een omzet van ruim 150 miljoen euro." De vrees is dat de overgang naar de circulaire economie zo wel vergeten kan worden.