Het zijn onrustige tijden in de afvalsector in Nederland. Nooit eerder waren er zoveel veilingen, onderhandse verkopen, overnames en fusie van bedrijven in de afvalinzameling, -verwerking of –verbranding. Dit geld voor grote, landelijke bedrijven maar ook voor kleine familiebedrijven.

Veranderingen in bedrijven
In de pers wordt duidelijk wat er gebeurt tussen afvalbedrijven. Vele berichten over bedrijven gaan samenwerken met een nieuwe partner. Zo kwam het bedrijf Attero bijvoorbeeld in handen van private-equitybedrijf Waterland, het bedrijf Dusseldorp is wegens problemen opgesplitst waarvan een groot gedeelte in handen kwam van het Duitse bedrijf Remondis en afvalbedrijf Indaver is opgekocht door het Belgische bedrijf Katoen Natie voor 450 miljoen euro. En zo zijn er nog veel meer voorbeelden te noemen.

Toekomstbeeld
Hiernaast zijn de middelgrote bedrijven in de sector bezig de overhand te nemen. Denk hierbij aan de afvalverwerkers Van Kaathoven, Van Scherpenzeel of Beelen. Deze drie bedrijven hebben samen al meer dan tien overnames op hun naam staan in Nederland.
Deze trant zal zich naar verwachting voorlopig nog voortzetten. Grote bedrijven hebben nog vele plannen en doen ook geen moeite deze verborgen te houden. Zo wil het Duitse bedrijf Remondis uitbreiden in Nederland door het Hengelose bedrijf Twence over te nemen. Ook wil Van Kaathoven uitbreiden naar Zuid-Nederland en Van Scherpenzeel wil ook de inzameling en verwerking van kunststofafval op zich gaan nemen.

Kortgezegd kan wel gesteld worden dat de top vijf van afvalbedrijven in Nederland wordt gevormd door Sita Nederland, Shanks en Van Gansewinkel (inzamelbedrijven) en Attero en AVR (afvalverbranding). Maar ook voor deze grote bedrijven is er drijging van de vier snelst groeiende bedrijven, namelijk Remondis, Van Kaathoven, Van Scherpenzeel en Beelen.